Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat aftrek van de meeste door X genoemde kosten wordt verhinderd door de aftrekbeperking van art. 3.16 Wet IB 2001. Het betreft de kosten van slijtage van het meubilair, elektriciteit, verwarming, water en schoonmaakkosten.

X is werkzaam als gastouder en oefent haar werkzaamheden uit in haar woning. In haar IB-aangifte 2016 brengt X € 11.000 aan kosten in aftrek. De inspecteur accepteert € 5500 aan aftrekbare kosten. In geschil is in hoeverre de kosten van slijtage van het meubilair, elektriciteit, verwarming, water, schoonmaak, speelgoed, knutselspullen, EHBO, telefoon, representatie en luiers aftrekbaar zijn.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat aftrek van de meeste door X genoemde kosten wordt verhinderd door de aftrekbeperking van art. 3.16 Wet IB 2001. Het betreft de kosten van slijtage van het meubilair, elektriciteit, verwarming, water en schoonmaakkosten. Deze kosten zijn niet aftrekbaar omdat geen sprake is van een kwalificerende werkruimte. Voor de kosten van speelgoed en knutselspullen staat de rechtbank wel aftrek toe. Er is sprake van zakelijke kosten die X ook voldoende heeft onderbouwd. Dat zij ook de oma is van de opvangkinderen, is niet van belang. Voor de EHBO-kosten, telefoonkosten, representatiekosten en luierkosten geldt dat X niet aannemelijk maakt dat zij deze kosten heeft gemaakt, dan wel onvoldoende heeft onderbouwd. De rechtbank vermindert de aanslag.

Lees ook het thema Fiscale aspecten van de werkkamer thuis.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Wet inkomstenbelasting 2001 3.16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 4 februari

109

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen