Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de rechtbank niet uitsluitend had moeten beslissen op het beroep inzake het niet tijdig nemen van de uitspraak op bezwaar, maar ook op het alsnog genomen besluit zelf.

X bv vraagt in een btw-aangifte om een teruggaaf van € 348.066. Volgens de inspecteur zijn er sterke aanwijzingen dat sprake is van btw-fraude en daarom wordt een boekenonderzoek ingesteld. Er is slechts een teruggaaf verleend van € 154.961, waar X bv vervolgens bezwaar tegen maakt. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur in de beroepsfase alsnog uitspraak op bezwaar heeft gedaan, zodat X bv geen belang meer heeft bij de procedure. Haar beroep wegens het niet tijdig beslissen door de inspecteur is niet-ontvankelijk. X bv gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank niet uitsluitend had moeten beslissen op het beroep inzake het niet tijdig nemen van de uitspraak op bezwaar, maar ook op het alsnog genomen besluit zelf. Door de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep is bovendien de rechtsingang weggenomen waarmee X bv de dwangsom aan de orde heeft gesteld. Het beroep van X bv is gegrond. Volgt terugwijzing naar de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:20

Algemene wet bestuursrecht 6:2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 10 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen