Rechtbank Gelderland oordeelt dat het rechtszekerheids- en het vertrouwensbeginsel er aan in de weg staan dat de rechtbank in deze zaak tot een andere conclusie komt dan Rechtbank Midden-Nederland in haar uitspraak van 28 december 2018.

Belanghebbende, X bv, installeert verwarmings- en luchtbehandelingsapparatuur. In 2012 neemt X bv een deel van de onderneming over van bv 4. Naar aanleiding van een WIA-uitkering van een voormalige werknemer van bv 4, ontspint zich een procedure tussen X bv en het UWV over de vraag of X bv kan worden aangemerkt als de opvolgende werkgever. Rechtbank Midden-Nederland oordeelt op 28 december 2018 dat daarvan geen sprake is. Het UWV deelt vervolgens aan X bv mede dat in deze uitspraak wordt berust. De inspecteur geeft een beschikking gedifferentieerd premiepercentage Whk 2018 af, waarbij het premiepercentage wordt vastgesteld op 0,69%. X bv is het hier niet mee eens omdat er geen sprake is van een (gedeeltelijke) overgang van de onderneming van bv 4 naar X bv. X bv wijst daarbij op de uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland van 28 december 2018.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel er aan in de weg staan dat de rechtbank in deze zaak tot een andere conclusie komt dan Rechtbank Midden-Nederland in haar uitspraak van 28 december 2018. Rechtbank Midden-Nederland heeft in haar uitspraak namelijk dezelfde rechtsvraag beoordeeld op basis van nagenoeg hetzelfde feitencomplex in een geding waarbij X bv partij was. Nu het UWV expliciet in die uitspraak heeft berust, is die uitspraak onherroepelijk geworden. De rechtbank merkt daarbij nog op dat het aan de Belastingdienst en het UWV is om ervoor te zorgen dat de gegevens en inlichtingen correct in hun respectieve besluitvorming worden betrokken. Volgens de rechtbank mag een gebrek aan inhoudelijke afstemming er dan niet toe leiden dat een belanghebbende in verschillende procedures met de overheid wordt geconfronteerd met andersluidende standpunten. Het UWV had met de inspecteur moeten afstemmen of in de uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland zou moeten worden berust of niet. Nu dat niet is gebeurd, moet de inspecteur zich conformeren aan de beslissing van het UWV. Het gelijk is aan X bv.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet financiering sociale verzekeringen 59

Wet financiering sociale verzekeringen 58

Wet financiering sociale verzekeringen 38

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Premieheffing

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 11 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen