Advocaat-generaal Mengozzi concludeert dat het recht op aftrek van de voldane voorbelasting moet worden berekend aan de hand van de pro rata-methode van art. 17 lid 5 Zesde btw-richtlijn. Dit geldt volgens de A-G als een holdingvennootschap zowel aan de btw-heffing onderworpen handelingen als van btw vrijgestelde handelingen verricht.

Beteiligungsgesellschaft Larentia + Minerva mbH & Co. KG bezit, als commanditaire vennoot, 98% van de aandelen van twee dochterondernemingen die elk een schip exploiteren. Larentia verricht ook administratieve en commerciële diensten voor haar dochterondernemingen. In verband met het aantrekken van kapitaal bij een derde, voor de financiering van de verwerving van haar deelnemingen in de dochterondernemingen, heeft Larentia btw voldaan. Deze btw brengt Larentia volledig in aftrek. De Duitse fiscus is echter van mening dat de kosten grotendeels moeten worden toegerekend aan het bezit van aandelen in de dochterondernemingen, een niet-economische activiteit. De fiscus staat daarom slechts een aftrek van 22% toe.

Marenave Schiffahrts AG verhoogt haar kapitaal in 2006. Marenave betaalt € 373.000 aan btw over de kosten van de aandelenuitgifte in verband met deze verhoging. Marenave heeft in 2006 tevens aandelen verworven van vier scheepvaart-cv's, en heeft, tegen betaling, meegewerkt aan het commerciële beheer van deze vennootschappen. Marenave brengt de betaalde btw volledig in aftrek. De Duitse fiscus stelt echter dat Marenave de btw niet kan aftrekken omdat zij zich niet daadwerkelijk in het beheer van de dochterondernemingen heeft gemengd.

De Duitse rechter heeft prejudiciële vragen in deze beide zaken gesteld.

Advocaat-generaal (A-G) Mengozzi concludeert dat het recht op aftrek van de voldane voorbelasting moet worden berekend aan de hand van de pro rata-methode van art. 17 lid 5 Zesde btw-richtlijn. Dit geldt volgens de A-G als een holdingvennootschap zowel aan de btw-heffing onderworpen handelingen als van btw vrijgestelde handelingen verricht. De A-G merkt verder ook nog op dat de kosten in verband met kapitaalverrichtingen die worden gedragen door een holdingvennootschap die zich direct of indirect mengt in het beheer van haar dochterondernemingen, rechtstreeks en onmiddellijk samenhangen met de gehele bedrijfsactiviteit van deze holdingvennootschap. Volgens de A-G is er dan geen reden om de over deze kosten voldane voorbelasting te verdelen over de economische activiteiten en de niet-economische activiteiten van de holdingvennootschap.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

1

Gerelateerde artikelen