De Hoge Raad oordeelt dat alleen toevoegingen aan een voorziening tot de lasten van de riolering kunnen worden gerekend. De omstandigheid dat de gemeenteraad de voorziening als egalisatiereserve is gaan aanmerken, heeft het hof zwaarder laten wegen dan de omstandigheid dat de reserve daarna is geoormerkt en aangewend voor de riolering.

Stichting X is een woningcorporatie en is eigenaar van een aantal woningen in de gemeente Westerveld. In geschil zijn de aanslagen rioolheffing over 2014. Volgens de Programmabegroting 2014 van de gemeente zijn de geraamde baten van de rioolheffing € 2.936.786 en de geraamde lasten € 2.933.286. Tot de geraamde lasten is gerekend een dotatie aan de egalisatiereserve riolering van € 821.441. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden kan deze dotatie niet tot de lasten worden gerekend. In 2008 is de voorziening namelijk omgezet in een egalisatiereserve om de vrijheid te houden het geld uit te geven aan een ander doel dan de riolering. De egalisatiereserve kan daarom materieel niet gelijk worden gesteld aan een voorziening. De Verordening rioolrechten 2014 is onverbindend omdat de begrote baten de begrote lasten met meer dan 10% overtreffen. De aanslagen worden vernietigd. B&W van de gemeente gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat alleen toevoegingen aan een voorziening tot de lasten van de riolering kunnen worden gerekend. Bij de beoordeling of een post moet worden aangemerkt als een reserve of een voorziening is de benaming niet doorslaggevend (vgl. HR 17 februari 2017, nr. 16/01547, V-N 2017/11.21). Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) maakt onderscheid tussen (bestemmings)reserves, die onderdeel zijn van het eigen vermogen en voorzieningen, die geen onderdeel zijn van het eigen vermogen. De omstandigheid dat de gemeenteraad de voorziening in 2008 als egalisatiereserve is gaan aanmerken, heeft het hof zwaarder laten wegen dan de omstandigheid dat de reserve daarna is geoormerkt en aangewend voor de riolering. Deze aan het hof voorbehouden waardering van de feiten is niet onbegrijpelijk en evenmin ontoereikend gemotiveerd. Het beroep van B&W is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 18 maart

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen