X is exploitant van twee kinderdagverblijven en is het niet eens met WOZ-waarde. Zowel de heffingsambtenaar als X gebruiken de Taxatiewijzer Onderwijs voor het bepalen van de WOZ-waarde. X vindt dat de heffingsambtenaar een restwaarde moet hanteren van 10%. Het is volgens X algemeen bekend dat driekwart van de kinderdagverblijven wordt gesloopt aan het eind van de gebruiksduur.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat X de bewijslast draagt voor onderbouwing van de restwaarde. Partijen nemen namelijk de Taxatiewijzer als uitgangspunt. Dat driekwart van de kinderdagverblijven wordt gesloopt is geen feit van algemene bekendheid en onderbouwt X evenmin. X slaagt niet in haar bewijslast. De heffingsambtenaar mag daarom uitgaan van de bandbreedte uit de Taxatiewijzer. Het beroep van X faalt.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 14 februari