Belanghebbende, X, neemt in zijn aangifte ib/pvv 2014 onder andere een bedrag aan specifieke zorgkosten van € 2.427 in aanmerking. Bij het opleggen van de aanslag accepteert de inspecteur slechts een bedrag van € 120. In hoger beroep spitst het geschil zich toe op de vraag of X een forfaitaire aftrek toekomt voor extra kleding en beddengoed alsmede daarmee samenhangende uitgaven (voor zijn echtgenote en hemzelf).
Hof Amsterdam beslist, in navolging van de rechtbank, dat X geen aftrek toekomt voor de door hem gestelde specifieke zorgkosten voor hemzelf betreffende een eczeem-aandoening. Het hof ziet echter wel aanleiding om betreffende de echtgenote van X een aftrekpost voor kosten voor extra kleding en beddengoed bij X in aanmerking te nemen. Het hof acht het voldoende aannemelijk dat de door haar gebruikte crèmes ter bestrijding van een dermatologische aandoening hogere kosten voor extra kleding en beddengoed (en bewassing) met zich mee brengt. Het hof staat de door X geclaimde aftrek van het zogenoemde lage forfait (van € 310) van artikel 38 Uitv.reg. IB 2001 toe. Het hoger beroep van X is gegrond. X heeft ook recht op een proceskostenvergoeding voor de bezwaar- en beroepsfase.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 2
Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 38
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 24 april