Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de gang van zaken in het strafrechtelijk onderzoek geen reden is om X in de fiscale procedure een integrale proceskostenvergoeding toe te kennen.

De echtgenote van belanghebbende, X, drijft een onderneming bestaande uit de verkoop van hondenpups. In een strafrechtelijk onderzoek neemt het Openbaar Ministerie de administratie in beslag. De inspecteur krijgt inzage in de boekhouding en legt na een boekenonderzoek (navorderings-)aanslagen IB/PVV op aan X. De inspecteur stelt zich op het standpunt dat de onderneming geen eenmanszaak is van de echtgenote maar een VOF tussen echtgenoten waarvan X ook een winstaandeel geniet. Naar aanleiding van in bezwaar verstrekte informatie vernietigt dan wel vermindert de inspecteur de aanslagen. X claimt een integrale proceskostenvergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de gang van zaken in het strafrechtelijk onderzoek geen reden is om X in de fiscale procedure een integrale proceskostenvergoeding toe te kennen. De inspecteur heeft niet vergaand onzorgvuldig gehandeld. De grieven van X zien met name op (de aanleiding voor) het handelen van de opsporingsambtenaren in het kader van het strafrechtelijk onderzoek. Het is echter niet aan de belastingrechter om daarover te oordelen. De inspecteur heeft ook niet tegen beter weten in een besluit genomen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit proceskosten bestuursrecht 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 13 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen