Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de heffingsambtenaar van de gemeente de woning van X ten onrechte aanmerkt als een twee-onder-één-kapwoning. De woning is een tussenwoning. Door de hantering van het verkeerde woningtype is ook de WOZ-waarde te hoog.

X is eigenaar van een woning met berging en dakkapel waarvan de WOZ-waarde 2019 is vastgesteld op € 360.000.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de heffingsambtenaar van de gemeente de woning van X ten onrechte aanmerkt als een twee-onder-één-kapwoning. Op basis van de beschrijving en foto’s is de woning een tussenwoning, ook in de definitie van de Waarderingskamer. Door de hantering van het verkeerde woningtype is ook de WOZ-waarde te hoog. In zijn taxatierapport heeft de heffingsambtenaar de woning namelijk ook vergeleken met twee-onderéén-kap-woningen in plaats van rijwoningen. De heffingsambtenaar heeft met dit rapport de waarde niet aannemelijk gemaakt. Nu X ook de door hem bepleite waarde evenmin aannemelijk heeft gemaakt stelt de rechtbank de waarde in goede justitie vast op € 350.000.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 27 oktober

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen