Belanghebbende, X, heeft aangiften IB over 2010 en 2011 ingediend. Bij de aanslagregeling corrigeert de inspecteur het box 1 inkomen, met respectievelijk ruim € 10.000 en € 300. In geschil is of X aanspraak maakt op een groot aantal persoonsgebonden aftrekposten, recht heeft op de jonggehandicaptenkorting en een teruggave omzetbelasting. De rechtbank oordeelt dat X de aftrekposten niet aannemelijk heeft gemaakt, geen recht heeft op de geclaimde heffingskorting noch op de teruggave omzetbelasting.
Hof Den Haag (MK I, 3 december 2014, BK-14/00061 en BK-14/00062, V-N Vandaag 2014/2631) oordeelt dat de rechtbank op goede gronden een juiste beslissing heeft genomen en voegt eraan toe dat de inspecteur bij het vaststellen van de aanslagen de door X verzochte aftrek van dieetkosten heeft verleend. De persoonsgebonden aftrekposten en ook de jonggehandicaptenkorting alsmede de verzochte teruggave van omzetbelasting zijn door de wetgever in het geval van X uitgesloten. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 8.18a
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17