Rechtbank Gelderland oordeelt dat X door de inwerkingtreding van art. 3.16 lid 13 Wet IB 2001 per 1 januari 2017 de kosten van het onzelfstandig deel van zijn huurwoning niet meer kan aftrekken.

X is IB-ondernemer en woont in een huurwoning. Hierin bevindt zich een werkruimte voor zijn onderneming. Het is een onzelfstandig deel van de woning. Vanaf 2009 kwalificeert X het huurrecht als ondernemingsvermogen en trekt zijn huisvestingskosten aldus af. In geschil is of X deze kosten in 2017 nog steeds kan aftrekken.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X door de door de inwerkingtreding van art. 3.16 lid 13 Wet IB 2001 per 1 januari 2017 zijn huisvestingskosten niet meer kan aftrekken. X beroept zich vergeefs op het gelijkheidsbeginsel. Er is namelijk een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor het verschillend behandelen van ondernemers met een eigen woning en ondernemers – zoals X – met een huurwoning. Er is ook geen strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Het betreffende artikellid is ondubbelzinnig geformuleerd, zodat duidelijk is dat het huurrecht van een onzelfstandig deel van een huurwoning vanaf 1 januari 2017 niet meer kwalificeert als ondernemingsvermogen. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 17 augustus

74

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen