Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen een aanslag IB/PVV. Het bezwaarschrift komt op 19 november 2013 binnen bij de Belastingdienst en X stelt de inspecteur op 3 januari 2014 in gebreke wegens het niet tijdig beslissen. Deze ingebrekestelling komt op 6 januari 2014 bij de inspecteur binnen. Per e-mail van 10 januari 2014 deelt X de inspecteur mee dat hij de inwerkingtreding van de ingebrekestelling met zes weken opschort. In een brief van 23 januari 2014 kondigt de inspecteur aan dat hij het bezwaarschrift gedeeltelijk zal afwijzen. De motivering van de uitspraak dateert van 28 februari 2014 en de cijfermatige uitwerking met rechtsmiddelverwijzing heeft als dagtekening 15 maart 2014. In geschil is of X recht heeft op een dwangsom wegens het niet tijdig beslissen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen recht heeft op een dwangsom omdat hij tijdig is geïnformeerd over de besluitvorming en de inhoud daarvan. De inspecteur had tot 3 maart 2014 de tijd om uitspraak te doen. Met de motivering van de uitspraak d.d. 28 februari 2014 heeft de inspecteur X rechtszekerheid verschaft over de afwikkeling van het bezwaarschrift. Dat de cijfermatige uitwerking met rechtsmiddelverwijzing pas na 3 maart 2014 is gedateerd, doet aan het voorgaande niet af.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 7 februari