Rechtbank Gelderland oordeelt dat de box 3-heffing voor X, gezien zijn inkomens- en vermogenspositie, geen individuele en buitensporige last vormt. Dat deze heffing hoger is dan het behaalde rendement, is daarbij niet van belang.

X geniet een pensioen van € 55.000 en is € 6472 aan box 3-heffing verschuldigd over zijn vermogen van ruim € 520.000. X is van mening dat deze heffing een individuele en buitensporige last voor hem vormt die in strijd is met art 1 EP EVRM.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de box 3-heffing voor X, gezien zijn inkomens- en vermogenspositie, geen individuele en buitensporige last vormt. Dat deze heffing hoger is dan het behaalde rendement, is daarbij niet van belang. Dat X vanwege zijn leeftijd een voorzichtige beleggingsstrategie naleeft en niet wenst te beleggen in beleggingen die buiten het garantiestelsel vallen, kan hier niet aan afdoen. Voor het antwoord op de vraag of de vermogensrendementsheffing in het belastingjaar 2017 op regelniveau in strijd is met art. 1 EP EVRM en art. 14 EVRM, wijst de rechtbank er op dat dit in de massaal bezwaarprocedure aan de orde zal komen. Het gelijk is aan de inspecteur.

Lees ook het thema Box 3

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 24 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen