X heeft een eenmanszaak en is zakenpartner van B, die handelt in magneetsieraden. Vanaf 2010 behaalt X negatieve resultaten met haar werkzaamheden voor B. In 2011 raakt X 50% arbeidsongeschikt. De inspecteur corrigeert de aangifte IB/PVV 2014 en staat de negatieve resultaten uit onderneming niet toe in aftrek, omdat er geen sprake zou zijn van een bron van inkomen. X gaat in beroep. Ter discussie staat slechts of er sprake is van een objectieve voordeelsverwachting.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant acht het feit dat andere zakenpartners van B hogere opbrengsten behalen dan de kosten, onvoldoende om een objectieve voordeelsverwachting aan te ontlenen. Ondanks een stijgende lijn in de omzet en enkele kostenbesparende maatregelen kan niet worden uitgegaan van een situatie waarin gezondheidsbelemmeringen ontbreken, waardoor er geen reële verwachting bestaat dat er een omslagpunt naar positieve resultaten zal worden bereikt. Er is geen sprake van een onderneming in fiscale zin noch van een andere bron van inkomen. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 30 januari