Hof Amsterdam oordeelt evenals Rechtbank Amsterdam, dat de heffingsambtenaar terecht is uitgegaan van 3,1% leegstandsrisico bij de berekening van de kapitalisatiefactor van een winkelpand.

De heffingsambtenaar van de gemeente Amstelveen stelt de WOZ-waarde van de winkel voor belastingjaar 2016 vast op € 1.824.000. Rechtbank Amsterdam verklaart het beroep ongegrond. X komt in hoger beroep. In geschil is de vraag of de heffingsambtenaar voor de vaststelling van de kapitalisatiefactor is uitgegaan van een te laag leegstandsrisico. Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de heffingsambtenaar de waarde voldoende onderbouwt. Niet in geschil is dat de kapitalisatiefactor bottom-up moet worden berekend. Het hof twijfelt, evenals de rechtbank, niet aan het leegstandspercentage van 3,1% dat de heffingsambtenaar onderbouwt. De daadwerkelijke leegstand in het winkelcentrum, inclusief frictieleegstand, lag op de waardepeildatum nog iets lager dan 3,1%. De heffingsambtenaar hanteert een kapitalisatiefactor van 15,4. De rechtbank noemt in de uitspraak 12,2. Het hof verwerpt het beroep van X op deze factor nu het een evidente verschrijving van de rechtbank is. X voert niets aan dat de door de heffingsambtenaar gehanteerde factor gemotiveerd weerlegt. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 30 januari

76

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen