X heeft navorderingsaanslagen ib/pvv voor de jaren 1990 tot en met 2000 opgelegd gekregen, navorderingsaanslagen vb voor de jaren 1991 tot en met 2000 en aanslagen ib/pvv voor de jaren 2001 tot en met 2007. Ook zijn vergrijpboeten opgelegd. Reden hiervoor is dat X volgens de inspecteur rekeninghouder is (geweest) van verzwegen rekeningen bij de KB-Lux.
Rechtbank Gelderland verklaart een deel van de beroepen gegrond en een deel ongegrond. De boetebeschikkingen worden vernietigd. X komt in hoger beroep. Volgens X heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is de enkele omstandigheid dat X niet heeft voldaan aan de inlichtingenplicht geen reden voor omkering en verzwaring van de bewijslast, nu de inspecteur geen informatiebeschikking heeft genomen en de uitspraak op bezwaar is gedaan na 1 juli 2011. Ook verwerpt het hof de stelling van de inspecteur dat de bewijslast moet worden omgekeerd omdat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Daarvan is voor de inkomstenbelasting alleen sprake, indien aan de hand van de normale regels van stelplicht en bewijslast is vastgesteld dat sprake is van één of meer gebreken die ertoe leiden dat de volgens de aangifte verschuldigde belasting verhoudingsgewijs aanzienlijk lager is dan de werkelijk verschuldigde belasting. Daarvan is hier geen sprake aldus het hof. Hoewel geen sprake is van omkering van de bewijslast is navordering van de te weinig geheven belasting mogelijk als de inspecteur aannemelijk maakt dat te weinig belasting is geheven.
Het hof vermindert de navorderingsaanslagen vervolgens overeenkomstig de door de inspecteur aannemelijk gemaakte belastbare inkomens. De navorderingsaanslagen voor de jaren 1996 tot en met 2000 worden vernietigd. De aanslagen voor de jaren 2001 tot en met 2007 worden verminderd overeenkomstig de gedane aangiften. De navorderingsaanslagen vb worden vernietigd omdat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat het vermogen van X de voor haar geldende belastingvrije som te boven ging. De boeten worden vernietigd overeenkomstig het standpunt van de inspecteur. Volgens het hof hangen alle hier aan de orde zijnde bezwaren en beroepen samen. De rechtbank heeft daarom terecht slechts één vergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn vastgesteld.
Lees ook de thema's Navordering en De inkeerregeling.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 13 december