Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv geen belang meer heeft bij een beoordeling van de rechtmatigheid van de meetbeschikking voor de periode 1 mei 2014 tot en met 31 december 2014.

Belanghebbende, X bv, is een soesjesbakkerij. Zij is het niet eens met een meetbeschikking van de heffingsambtenaar van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn voor de periode van 1 mei 2014 tot en met 31 december 2014. Rechtbank Overijssel oordeelt dat de heffingsambtenaar op juiste gronden heeft besloten dat X bv in 2014 permanent moet meten, bemonsteren en analyseren in een beperkt aantal alternerende etmalen. De rechtbank oordeelt dat de door de heffingsambtenaar gehanteerde variatiecoëfficiënt van 25% niet onverbindend is of in strijd met het gelijkheidsbeginsel is. X bv stelt hoger beroep in.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv geen belang meer heeft bij een beoordeling van de rechtmatigheid van de meetbeschikking voor de periode 1 mei 2014 tot en met 31 december 2014. Dit omdat ten tijde van het instellen van beroep deze periode al was verstreken. Het hof verklaart het beroep in eerste aanleg ambtshalve alsnog niet-ontvankelijk. Ten overvloede overweegt het hof dat de variatiecoëfficiënt van 25% niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De 40%-norm voor perceptiekosten is niet overschreden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 1:2

Waterschapswet 122g

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 15 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen