Belanghebbende, X, ontvangt met dagtekening 13 december 2019 een herziene NinBi-beschikking en doet een verzoek tot herziening. Op 26 februari 2020 ontvangt de inspecteur een ingebrekestelling wegens het niet-tijdig beslissen op het bezwaar tegen de herziene NinBi-beschikking en een ‘formulier dwangsom bij niet tijdig beslissen’. In reactie daarop verstuurt de inspecteur een ‘kennisgeving ingebrekestelling’ aan X, waarin het verzoek om een dwangsom is afgewezen. In geschil is of belanghebbende recht heeft op een dwangsom.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het verzoek om toekenning van een dwangsom ziet op het niet of niet op tijd doen van uitspraak op bezwaar tegen de beschikking van 13 december. Honorering van dit bezwaar kan X niet in een financieel betere positie brengen. Daarom is het bezwaar tegen de NinBi-beschikking kennelijk niet-ontvankelijk. Dit leidt ertoe dat X geen recht heeft op een dwangsom. Met betrekking tot het verzoek om vaststelling van een dwangsom is het hoger beroep ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 30 januari