Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur geen nieuwe argumenten over de conceptbrief meer kan aanvoeren. Een procespartij krijgt namelijk geen tweede kans als hij naar eigen inzicht de geheimhoudingskamer onvoldoende zou hebben voorgelicht

X bv is in augustus 2013 opgericht en zij verwerft even later alle aandelen in A bv, die een hotelpand bezit. De geschatte waarde van dit pand is € 75 miljoen. Het hotel wordt geëxploiteerd door B bv, waarin A bv een deelneming bezit. Na enkele weken maakt X bv gebruik van een ‘putoptie’, op grond waarvan zij de deelneming in B bv teruglevert aan één van de twee verkopers. Later start de inspecteur een boekenonderzoek bij X bv naar de verschuldigdheid van overdrachtsbelasting. In geschil is of terecht een informatiebeschikking jegens X bv is genomen en of de inspecteur alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd. Ondanks een uitspraak van de geheimhoudingskamer weigert de inspecteur om een – nog niet aan X bv verzonden – conceptbrief te overleggen. Volgens de inspecteur is de geheimhoudingskamer er namelijk ten onrechte van uitgegaan dat de brief al naar X bv was verzonden.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur geen nieuwe argumenten meer kan aanvoeren. Een procespartij krijgt namelijk geen tweede kans als hij naar eigen inzicht de geheimhoudingskamer onvoldoende zou hebben voorgelicht. De inspecteur weigert ook ten onrechte om stukken te overleggen die hij via derden over de aandelentransactie heeft gekregen. Aan het verzuim om de betreffende stukken te overleggen, worden echter geen gevolgen verbonden. Er is namelijk geen bewijs dat de inspecteur bij zijn onderzoek misbruik van bevoegdheid heeft gemaakt en X bv wordt niet belemmerd in haar mogelijkheden om de beschikking aan te vechten. X bv moet binnen zes weken alsnog voldoen aan de informatiebeschikking. X BV moet onder meer relevante stukken verstrekken die dateren van voor haar oprichting en die afkomstig zijn van aan haar gelieerde partijen uit het buitenland. Voor zover de stukken afkomstig zijn van een notaris of advocaat en X bv zich daarom beroept op het verschoningsrecht, moet zij opgave doen van “datum en tijdstip van de correspondentie, afzender en ontvanger, onderwerp en een globale inhoudsopgave”.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:31

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 30 december

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen