Belanghebbende, X, werkt in 2014 op een binnenvaartschip in de EU. Zij staat op de loonlijst van het te Liechtenstein gevestigde bedrijf D. Nadat de inspecteur in de bezwaarfase het verzoek van X om PVV-vrijstelling heeft afgewezen, wordt alsnog ambtshalve de vrijstelling verleend. In geschil is nog of Nederland heffingsbevoegd is voor zover Liechtenstein belasting heft over het inkomen.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat niet is voldaan aan de onderworpenheidseis van art. 38 lid 1 AWR. Verder is volgens de rechtbank ook niet voldaan aan de voorwaarden van art. 38 lid 2 AWR. De rechtbank acht daarbij niet van belang dat het detacheringsbureau in Liechtenstein is gevestigd. Van belang is volgens de rechtbank namelijk slechts de plaats waar de werkzaamheden worden verricht, en dat is niet in Liechtenstein. X heeft dan ook geen recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 38
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 11 december