De heer X dient zijn IB-aangifte over 2007 niet in binnen de daarvoor gestelde termijn. In beroep stelt X dat hij dat jaar niet in Nederland woonde maar in Bulgarije en dat de ambtshalve opgelegde aanslag daarom vernietigd moet worden. Volgens X was hij slechts eens in de 5 à 6 weken in Nederland in verband met zakelijke werkzaamheden en familiebezoek. Hij zou dan hebben gelogeerd in de woning in van zijn 20-jarige dochter. Rechtbank Breda oordeelt dat de bewijslast ten nadele van X moet worden omgekeerd en dat hij met de door hem overgelegde stukken niet bewijst dat hij in 2006 of 2007 is verhuisd naar Bulgarije. Afgezien van het feit dat een groot aantal stukken in (onleesbaar) Bulgaars is opgesteld, zijn er juist aanwijzingen die duiden op verblijf van X in Nederland. X was namelijk betrokken bij de doorstart van een failliete Nederlandse bv, hield hier een huis en bankrekeningen aan en reed in een auto met Nederlands kenteken. Het maakt niet uit dat de echtgenote van X in 2007 mogelijk wel in Bulgarije woonde. Daarmee is het middelpunt van het leven van X nog niet in Bulgarije. Het beroep van X is ook ongegrond ten aanzien van de hoogte van de aanslag en de verzuimboete.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Breda
Editie: 18 maart