Hof Den Haag oordeelt dat de gemachtigde van X zijn hoorrecht heeft verspeeld door tot driemaal toe niet te reageren op een uitnodiging voor een hoorzitting. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

X is eigenaar en gebruiker van een woning. Hij vindt de WOZ-waarde 2018 te hoog en stelt dat de heffingsambtenaar de hoorplicht heeft geschonden.

Hof Den Haag (V-N Vandaag 2020/890) oordeelt dat de gemachtigde van X zijn hoorrecht heeft verspeeld door tot driemaal toe niet te reageren op een uitnodiging voor een hoorzitting. De heffingsambtenaar heeft de gemachtigde tweemaal per e-mail en eenmaal per aangetekende brief uitgenodigd voor een hoorzitting. De heffingsambtenaar heeft op geen van zijn acties een reactie ontvangen. Onder die omstandigheden kan redelijkerwijs bij de heffingsambtenaar geen andere indruk zijn ontstaan dan dat de gemachtigde, die professioneel rechtsbijstandverlener is, bij nader inzien kennelijk geen prijs op stelde om met de heffingsambtenaar een (nadere) afspraak te maken om telefonisch dan wel in persoon, of op andere wijze te worden gehoord. Verder oordeelt het hof dat de heffingsambtenaar het verweerschrift tijdig heeft ingediend en dat het Aanwijzingsbesluit en Mandaatbesluit voldoende bekendgemaakt zijn. De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde van de woning van X voldoende aannemelijk gemaakt en daarbij het gelijkheidsbeginsel niet geschonden.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Algemene wet bestuursrecht 7:3

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 27 januari

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen