X bv verschilt met de gemeente van mening over de WOZ-waarde 2011 van een stoeterij. X bv bepleit een verlaging van de waarde van € 1.104.000 naar € 650.000.
Rechtbank Breda oordeelt dat de gemeente de WOZ-waarde van de stoeterij niet aannemelijk heeft gemaakt en stelt de waarde in goede justitie vast op € 990.000. De heffingsambtenaar heeft aan de hand van de matrix de waarde van de stoeterij niet aannemelijk gemaakt, nu de matrix, die onder meer is gebaseerd op de kengetallen van de agrarische taxatiewijzer, niet voldoende is onderbouwd. De heffingsambtenaar heeft in de matrix op de standaardprijzen vermenigvuldigingsfactoren toegepast voor zover sprake is van waardeverhogende factoren, zoals een beter dan gemiddelde kwaliteit en onderhoudstoestand, welke niet gebaseerd zijn op de taxatiewijzer doch op een eigen door de taxateur van de heffingsambtenaar ontwikkelde waarderingsmethode. Deze waarderingsmethode is door de heffingsambtenaar niet inzichtelijk gemaakt. Het beroep van X bv is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Breda
Editie: 29 maart