Belanghebbende, X, is eigenaar van een hoekwoning gebouwd in 1995 met een inpandige garage. Na bezwaar stelt de heffingsambtenaar de waarde vast op € 485.000. In geschil is de WOZ-waarde van de woning op waardepeildatum 1 januari 2016.
Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar de waarde van de woning voldoende heeft onderbouwd aan de hand van de vergelijkingsmethode. X stelt in hoger beroep dat de onroerende zaak dient te worden gewaardeerd op € 406.000, vanwege de verschillen in ligging en kwaliteit ten opzichte van de vergelijkingsobjecten. Het hof acht de genoemde onderlinge verschillen verwaarloosbaar. Het zijn evenals de woning in 1995 gebouwde hoek- dan wel tussenwoningen met een vergelijkbare inhoud. X slaagt er niet in om de door hem bepleite waarde aannemelijk te maken. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 6 januari