Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat gemeenten voor de forensenbelasting de WOZ-waarde als heffingsmaatstaf mogen gebruiken. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, is het niet eens met een aanslag forensenbelasting die de gemeente hem heeft opgelegd voor het belastingjaar 2012. X stelt dat de koppeling van de forensenbelasting aan de WOZ-waarde leidt tot een verboden heffing naar draagkracht. Subsidiair stelt X dat de aanslag forensenbelasting buitensporig hoog is.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK IV, 13 oktober 2015, 15/00112, V-N Vandaag 2015/2315) oordeelt dat gemeenten voor de forensenbelasting de WOZ-waarde als heffingsmaatstaf mogen gebruiken. Dit leidt niet tot een verboden heffing naar draagkracht of een willekeurige of onredelijke heffing. Ook de hoogte van het tarief (in het geval van X 0,2% van de WOZ-waarde) leidt niet tot een onredelijke of willekeurige belastingheffing (vgl. HR 22 december 2006, nr. 41.580, BNB 2007/115). Het hoger beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 219

Gemeentewet 223

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 26 mei

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen