Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar de indexeringspercentages niet uit eigen beweging hoeft te verstrekken. X heeft hier in de bezwaarfase namelijk niet om verzocht.

X is eigenaar van een appartement van 361 m3 en ontvangt een WOZ-beschikking voor het belastingjaar 2020 met een waarde van € 314.000. In de bezwaarfase vraag X om een kopie van het taxatieverslag en de KOUDV-factoren. Ter onderbouwing van de WOZ-waarde draagt de heffingsambtenaar een viertal referentieverkopen aan. De verkochte appartementen hebben eveneens een inhoud van 361 m3. Daarnaast geeft hij een onderbouwing van de gehanteerde indexeringspercentages. X stelt dat de heffingsambtenaar de indexeringspercentages al in de bezwaarfase moest verstrekken en dat de WOZ-waarde – conform de uitspraak van de rechtbank – op € 305.000 vastgesteld moet worden.

Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar de indexeringspercentages niet uit eigen beweging hoeft te verstrekken. X heeft hier in de bezwaarfase namelijk niet om verzocht. De indexeringspercentages laten een consistente lijn zien en hoeven daarom niet nader toegelicht te worden. De heffingsambtenaar maakt de WOZ-waarde van € 314.000 aannemelijk met de vier referentieverkopen. Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en bevestigt de uitspraak op bezwaar.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 5 mei

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen