Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de marktanalyse van de verkooptransacties van de onroerende zaak van X had moeten overleggen. Het hof veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van X tot een bedrag van € 2.622.

X is gebruiker van een bedrijfsruimte waarvan de WOZ-waarde 2017 is vastgesteld op € 1.923.000. X bepleit verlaging van de waarde tot € 1.250.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de marktanalyse van de verkooptransacties van de onroerende zaak van X had moeten overleggen. De heffingsambtenaar heeft voor de analyse van de verkoopprijzen van de onroerende zaak gebruik gemaakt van transacties in de markt, welke in ieder geval elektronisch voorhanden zijn. Bovendien heeft de heffingsambtenaar aangegeven dat de conclusie van de analyse in het elektronische systeem van de gemeente Almere is opgenomen door middel van een vinkje bij de verschillende koopprijzen. Deze op elektronische wijze vastgelegde gegevens zijn op de zaak betrekking hebbende gegevens, die moeten worden gerekend tot de stukken in de zin van art. 8:42 lid 1 Awb. De heffingsambtenaar heeft, ondanks verzoeken daartoe, deze stukken niet overgelegd. Het hof ziet hierin aanleiding om de heffingsambtenaar te veroordelen in de proceskosten van X tot een bedrag van € 2.622. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar wel aannemelijk maakt dat de WOZ-waarde niet op een te hoog bedrag is vastgesteld. De heffingsambtenaar heeft de drie eigen verkooptransacties uit 2015 terecht niet gebruikt bij de WOZ-waardebepaling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 16 april

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen