Bij de woning van de heer X wordt in april 2012 een hennepkwekerij aangetroffen. Zijn – inmiddels ex - echtgenote verklaart dat zij sinds een half jaar op de hoogte van de kwekerij is. X wordt strafrechtelijk veroordeeld voor het overtreden van de Opiumwet. De ontnemingsvordering is vastgesteld op € 15.003, zijnde de opbrengst van één oogst. In geschil is of in de IB-sfeer terecht navorderingsaanslagen en vergrijpboetes zijn opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X in 2011 ook al inkomsten uit de hennepkweek genoot. De belastende verklaring van zijn ex-echtgenote is niet voldoende. Hun ruime uitgavenpatroon is ook geen sluitend bewijs. Bekend is namelijk dat er grote schulden waren. De 50% boete van 2012 voor het verzwijgen van de inkomsten is ook terecht. Deze wordt vanwege het overschrijden van de redelijke termijn tot 40% gematigd. De beroepen van X zijn deels gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 8 mei