X parkeert zijn auto op ongeveer 90 meter van het hotel in de gemeente Den Haag waar hij zou overnachten. Hij loopt naar het hotel om daar een hotelparkeervergunning aan te schaffen. Als hij na enige tijd onverricht ter zake terugkeert naar zijn auto om een parkeerkaartje te kopen, treft hij een naheffingsaanslag parkeerbelasting aan op zijn auto.
Hof Den Haag vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting die is opgelegd gedurende de tijd dat X bezig was met het bemachtigen van een zogeheten hotelvergunning. Indien de gemeente aan de exploitant van een hotel (een) hotelvergunning(en) verstrekt, brengt het stelsel van de verordening parkeerbelastingen mee dat de heffingsambtenaar hotelgasten de tijd gunt om de hotelvergunning na het parkeren bij het hotel af te halen en terug te brengen naar de auto. Zouden hotelgasten, voordat zij een hotelvergunning bij het hotel afhalen, eerst parkeerbelasting moeten betalen, dan zou dat voor de periode waarvoor zij parkeerbelasting voldoen, leiden tot een onaanvaardbare cumulatie van de door hen betaalde betaaldparkerenbelasting en de door de exploitant van het hotel betaalde parkeervergunningbelasting. Het hof vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelastingen. Hieraan doet niet af dat aan X geen hotelvergunning voor het parkeren kon worden verstrekt.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 15 juli