Hof Amsterdam oordeelt dat de verklaring van X dat haar auto zich op het moment van opleggen van de naheffingsaanslag parkeerbelasting niet in Beverwijk bevond niet kan leiden tot vernietiging van de naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Belanghebbende, X, is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting die de gemeente Beverwijk haar op 18 juni 2014 heeft opgelegd. X stelt dat haar auto zich op het moment van opleggen van de aanslag niet in Beverwijk bevond. Ter ondersteuning van haar standpunt brengt zij onder meer een verklaring in van haar zuster.

Hof Amsterdam oordeelt dat de verklaring van X dat haar auto zich op het moment van opleggen van de naheffingsaanslag parkeerbelasting niet in Beverwijk bevond niet kan leiden tot vernietiging van de aanslag. Het hof acht aannemelijk dat de auto op 18 juli 2014 wel in Beverwijk stond. Niet aannemelijk is dat de parkeercontroleur zich daarbij heeft vergist of dat er sprake zou zijn geweest van een andere auto met een identiek kenteken. In dat laatste geval zou het namelijk voor de hand hebben gelegen dat X vaker met naheffingsaanslagen en/of boeten zou zijn geconfronteerd en dat zij daarvan aangifte had gedaan bij de politie. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 8 februari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen