Hof Amsterdam oordeelt dat het aan een parkeerder is om (tijdig) een (nieuwe) parkeervergunning aan te vragen en aan de voorwaarden voor het toekennen daarvan te voldoen.

Belanghebbende, X, parkeert op 9, 10 en 11 juli 2014 zijn auto op een parkeerplaats in de gemeente Amsterdam waar parkeerbelasting verschuldigd is voor het parkeren. De heffingsambtenaar legt aan hem op elk van deze dagen een naheffingsaanslag parkeerbelasting op. X stelt dat hij tijdig een parkeervergunning heeft aangevraagd, maar dat door nalaten van Cition de vergunning niet tijdig is verleend.

Hof Amsterdam oordeelt dat het aan een parkeerder is om (tijdig) een (nieuwe) parkeervergunning aan te vragen en aan de voorwaarden voor het toekennen daarvan te voldoen. Dat de vergunningaanvraag door het niet overleggen van een actueel uittreksel van de Kamer van Koophandel door X niet in behandeling is genomen door Cition, komt voor risico van X. Nadat X (naar eigen zeggen) een tweede aanvraag had ingediend, had hij moeten controleren of de vergunning daadwerkelijk was verleend voordat hij zijn auto zonder parkeervergunning parkeerde. De naheffingsaanslagen parkeerbelasting zijn terecht aan X opgelegd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 8 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen