Hof Amsterdam ziet geen reden om de WOZ-waarde lager vast te stellen dan de door de rechtbank bepaalde waarde van € 215.000.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een geschakelde woning met berging in de gemeente Zaanstad. Rechtbank Noord-Holland verlaagt in beroep de WOZ-waarde 2015 van € 224.000 naar € 215.000. X wil een lagere waarde, nl. € 191.000, en stelt hoger beroep in.

Hof Amsterdam ziet geen reden om de WOZ-waarde lager vast te stellen dan de door de rechtbank bepaalde waarde van € 215.000. X heeft een taxatierapport uit 2017 overgelegd waarin wordt geconstateerd dat het betonsteen metselwerk van de woning in de winterperiode nat is. Of deze omstandigheid zich op de peildatum 1 januari 2014 al voordeed, en zo ja, of dit waardedrukkend is, wordt uit het rapport echter niet duidelijk. Uit het rapport volgt niet dat de kruipruimte (regelmatig) onder water staat. Ook de taxateur van de gemeente heeft bij de inpandige opname van de woning geen water gezien in de kruipruimte. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 14 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen