De Hoge Raad oordeelt dat het hof bij zijn beslissing dat de terbeschikkingstelling van kamers aan prostituees niet is vrijgesteld van btw, de werkzaamheden van de beheerder mogelijk ten onrechte heeft toegerekend aan X bv.  

Belanghebbende, X bv, beschikt over een gemeentelijke vergunning voor het exploiteren van seksinrichtingen. Tegen vergoeding stelt X bv kamers ter beschikking aan prostituees. Zij heeft een beheerder aangesteld die voor eigen rekening en risico zorgt voor toezicht en bewaking, voor onderhoud en schoonmaak van de kamers en voor verschoning van beddengoed en handdoeken. Hof Den Haag oordeelt dat de prestaties van X bv uit meer bestaan dan enkel de terbeschikkingstelling van kamers aan prostituees. Dat X bv de bijkomende diensten heeft uitbesteed aan een beheerder doet hieraan niet af.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof bij zijn beslissing dat de terbeschikkingstelling van kamers aan prostituees niet is vrijgesteld van btw, de werkzaamheden van de beheerder mogelijk ten onrechte heeft toegerekend aan X bv. Zonder nadere motivering, die ontbreekt, is de overweging van het hof over de toerekening van de diensten van de beheerder aan X bv volgens de Hoge Raad onvoldoende voor het oordeel dat de prestaties van X bv niet zijn vrijgesteld. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X bv gegrond en verwijst de zaak naar Hof Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing. De Hoge Raad overweegt dat de werkzaamheden van de beheerder enkel niet toegerekend kunnen worden aan X bv, wanneer de beheerder deze uitsluitend op grond van een met de prostituees gesloten overeenkomst op eigen naam en voor eigen rekening verricht.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11-1-b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 9 december

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen