Belanghebbende, mevrouw X, exploiteert vanaf 2009 een massagepraktijk. X is vanaf maart 2009 en geheel 2010 als freelance masseuse werkzaam bij E bv. Tevens heeft X in 2009 bij F gewerkt en heeft X in 2009 en 2010 enkele particuliere klanten bij haar thuis behandeld. Volgens de inspecteur zijn de opbrengsten van E bv loon uit dienstbetrekking. Er zijn daarom ook geen kosten in aftrek toegelaten en de ondernemersaftrek is niet verleend. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet is gebonden aan de voor 2009 en 2010 afgegeven Verklaringen Arbeidsrelatie (VAR) winst uit onderneming aangezien X niet alle vragen op de aanvraagformulieren juist heeft beantwoord. X had bij haar werkzaamheden onvoldoende zelfstandigheid ten opzichte van E bv. X moest zich namelijk houden aan de richtlijnen van E bv en deze had ook het recht om opdrachten aan X te verstrekken die zij persoonlijk moest uitvoeren. X maakte voorts gebruik van ruimten en materialen van E bv. De klanten betaalden E bv en X werd gewoon per gewerkt uur betaald. Het feit dat X niet betaald kreeg als er geen werk was, is geen debiteurenrisico en evenmin een specifiek ondernemersrisico. De beroepen van X zijn ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.156
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 9 december