Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat ook rechtspersonen in aanmerking kunnen komen voor (gedeeltelijke) kwijtschelding van griffierecht. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Stichting X stelt hoger beroep in tegen naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting en beroept zich op betalingsonmacht voor het griffierecht.

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2021/10.1.3) oordeelt dat ook rechtspersonen in aanmerking kunnen komen voor (gedeeltelijke) kwijtschelding van griffierecht. Als vaststaat dat de rechtspersoon in betalingsonmacht verkeert, dan moet nog worden beoordeeld of er een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld een enig aandeelhouder) is die in staat moet worden geacht om de financiële middelen te verstrekken om het griffierecht te voldoen. Voor die persoon gelden dezelfde regels als voor de beoordeling van betalingsonmacht bij natuurlijke personen. Het hof oordeelt dat de enige bestuurder van X over onvoldoende inkomen en vermogen beschikt om het griffierecht te betalen. Het beroep op betalingsonmacht slaagt dus. Het hof stelt het tweede wrakingsverzoek van X buiten behandeling wegens evident misbruik van het wrakingsmiddel. Inhoudelijk wijst het hof de grieven van X tegen de naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting af. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat de auto in de naheffingstijdvakken geschorst waren. X gaat in cassatie, maar motiveert het beroep niet digitaal. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:41

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 10 augustus

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen