Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de hoogspanningsmast gelegen op 223 meter van de achterzijde van de woning niet leidt tot een verlaging van de WOZ-waarde.

X is eigenaar van een vrijstaande woning uit 1992 in de gemeente Boxmeer. In geschil is de WOZ-waarde 2016 van deze woning.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de hoogspanningsmast gelegen op 223 meter van de achterzijde van de woning niet leidt tot een verlaging van de WOZ-waarde. Gelet op de afstand tot de woning gaat volgens de heffingsambtenaar niet of nauwelijks waardedruk uit van de hoogspanningsmast. Daarnaast heeft de heffingsambtenaar in de waardematrix twee vergelijkingsobjecten opgenomen waarbij ook sprake is van negatieve liggingsfactoren. Voor zover al sprake zou zijn van enige waardedruk van de hoogspanningsmast heeft de heffingsambtenaar volgens de rechtbank daar al voldoende rekening mee gehouden. X heeft ter zitting het standpunt van de gemeente onvoldoende weerlegd en hij heeft nagelaten te concretiseren waarom in dit geval een (verdergaande) waardecorrectie op zijn plaats zou zijn. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 25 september

23

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen