Belanghebbende, X, is in 1947 geboren en was een intersekse persoon. Hij beschikt over een woning in Portugal en een huurwoning in Nederland. Vanaf 2007 verblijft hij onafgebroken in Nederland. Als de inspecteur hem uitnodigt om voor het jaar 2012 aangifte IB te doen, retourneert X de aangifte en geeft hij aan dat hij geen Nederlands ingezetene is. De inspecteur legt hem daarna ambtshalve een aanslag op basis van gerenseigneerde gegevens op.
Hof Arnhem-Leeuwarden acht door de Inspecteur aannemelijk gemaakt dat de woonplaats van X in Nederland is gelegen. X verblijft in Nederland in 2012, in zijn huurwoning. Bovendien beschikt hij over bankrekeningen in Nederland en is de BV waarvan hij alle aandelen bezit, statutair gevestigd in Nederland. Ook op grond van het verdrag Nederland-Portugal is de woonplaats van X in Nederland gelegen. De inspecteur heeft X daarom terecht aangemerkt als binnenlands belastingplichtige. De Wet IB 2001 maakt wat betreft natuurlijke personen geen onderscheid tussen mannen, vrouwen of intersekse personen. De aanslag is verder niet tot een te hoog bedrag vastgesteld en leidt ook niet tot schending van internationaal recht. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 25 september