Belanghebbende, X, is eigenaar van een vrijstaande woning met garage, paardenstal en carport. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben vastgesteld dat ten aanzien van het perceel van X sprake is van ernstige verontreiniging van grond en grondwater. Sanering van deze verontreiniging is echter niet spoedeisend, maar bestaat vooralsnog enkel uit het uitvoeren van een monitoring van het grondwater en het oppervlaktewater om te bevestigen dat sprake is van een stabiele eindsituatie. Vast staat dat X niet de veroorzaker van de verontreiniging is en niet aansprakelijk is voor de met een eventuele sanering gepaard gaande kosten. X stelt dat de WOZ-waarde van zijn woning nihil bedraagt vanwege de onzekerheid of sanering van de grondwaterverontreiniging moet plaatsvinden, en dat deze onzekerheid de woning onverkoopbaar maakt.
Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 7 mei 2015, 14/00231, V-N Vandaag 2015/1418) acht het niet aannemelijk dat de woning van X vanwege de onzekerheid over het al dan niet saneren onverkoopbaar is. Voor zover de kans op een mogelijke sanering, hoe gering dan ook, tot een zekere waardevermindering van de woning kan leiden, heeft de heffingsambtenaar met de correctie van € 48.964 daarmee voldoende rekening gehouden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hoge Raad
Editie: 25 september