A-G Wattel concludeert dat X bij de start van het ROW-regime de kapitaalverzekeringen die hij met zijn bv's heeft afgesloten niet tegen de "nieuwbouwwaarde" mag waarderen. De A-G verwijst hierbij naar de wetsgeschiedenis.

Belanghebbende, X, heeft vóór 2001 kapitaalverzekeringen gesloten met twee eigen bv's. In de betaalde premies is een kostenopslag van 5% begrepen. In verband met de invoering van de Wet IB 2001 neemt X de kapitaalverzekeringen op de openingsbalans 2001 van zijn werkzaamheidsvermogen op voor de totale reservewaarde met een kostenopslag van 5%. Begin 2001 koopt X de verzekeringen af voor 98% van hun reservewaarde. X brengt vervolgens het verschil van 2% tussen de reservewaarde en de afkoopwaarde ten laste van zijn inkomen. Ook brengt hij de geactiveerde opslagen ten laste van zijn inkomen. Hof Amsterdam oordeelt dat activering van de vóór 2001 betaalde opslagen is toegestaan voor zover zij ná die datum nog nut afwerpen. Verder staat het hof afschrijving over de resterende looptijd toe. Advocaat-generaal (A-G) Wattel concludeert dat voor de bepaling van de waarde in het economische verkeer (hierna: WEV) niet hoeft te worden uitgegaan van de waarde van per 1 januari 2001 nieuw af te sluiten kapitaalverzekeringen die dezelfde rechten en plichten belichamen als de bestaande polissen. Volgens de A-G blijkt uit de wetsgeschiedenis namelijk niet dat van deze "nieuwbouwwaarde" moet worden uitgegaan. De A-G wijst er hierbij op dat de WEV in beginsel de prijs is die een derde voor het ongewijzigd voortbestaande ingebrachte vermogensbestanddeel zou betalen en dat op 1 januari 2001 slechts de WEV van de ongewijzigd doorlopende polissen onderdeel van het tbs-vermogen van X is geworden. De A-G adviseert de Hoge Raad om het beroep in cassatie ongegrond te verklaren.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 31 januari

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen