De heer X exploiteert in vof-verband een coffeeshop. Bij een boekenonderzoek constateert de inspecteur dat de administratie dusdanig ernstige tekortkomingen vertoont dat deze geen betrouwbare grondslag voor de fiscale winstberekening kan zijn. Zo zijn er regelmatig kastekorten en zijn de brutowinstpercentages te laag. Op de voet van art. 52a AWR is vervolgens een informatiebeschikking ten laste van X genomen. In geschil is of de informatiebeschikking terecht is genomen en meer specifiek of X heeft voldaan aan de administratie- en bewaarplicht.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X aannemelijk maakt dat de betaling van de ingekochte softdrugs uit veiligheidsoverwegingen op een ander moment plaatsvindt dan de levering. Het beoogde inkoopgeld wordt eerst uit de kas gehaald en in een kluis gedaan. De inkoop wordt meestal bij de levering in het kasboek verantwoord, terwijl er vaak twee weken verstrijken voordat de betaling daadwerkelijk plaatsvindt. Als er teveel geld is afgezonderd, dan wordt dat meerdere weer toegevoegd aan de kas. Dit is gelet op de bijzondere aard van de onderneming een afdoende verklaring voor de negatieve kassen. De inspecteur slaagt voorts niet in het bewijs dat voor coffeeshops een landelijke norm van de brutowinst van 100% zou gelden. Voor het overige maakt X aannemelijk dat de administratie- en bewaarplicht niet zijn geschonden. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 4 november