Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur in redelijkheid kon veronderstellen dat mevrouw X in 1994 (mede-)rekeninghouder bij KB Lux was. Een aanzienlijk saldo als de onderhavige pleegt niet zomaar niet uit het vermogen van een belastingplichtige te verdwijnen.

Belanghebbende, mevrouw X, is tot 2005 gehuwd met de heer D. Het huwelijk eindigde in dat jaar door echtscheiding. Volgens de inspecteur waren X en D in 1994 houders van bankrekeningen bij KB Lux met een totaal saldo van f 133.861 (€ 60.743). In geschil is of met betrekking tot 2009 terecht een informatiebeschikking is afgegeven. Volgens X waren de rekeningen al in 2002 is opgeheven. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk en geeft X vier weken de tijd om alsnog de gevraagde informatie te verstrekken. X stelt in hoger beroep niets te hebben geweten van het KB Lux-vermogen en dat zij op geen enkele wijze over het saldo en de rendementen heeft kunnen beschikken.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur in redelijkheid kon veronderstellen dat X (mede-)rekeninghouder bij KB Lux was. De rekeningen stonden namelijk mede op haar naam en X beschikt immers ook over een sluitingsverklaring van KB Lux. Een aanzienlijk saldo als de onderhavige pleegt voorts niet zomaar niet uit het vermogen van een belastingplichtige te verdwijnen. Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 5 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen