Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat het gelet op de hoogte van het in 1994 verzwegen vermogen aannemelijk is dat de heer X dit niet geheel heeft opgemaakt en dat hij ook tot en met 2011 in ieder geval een deel van dit tegoed buiten het zicht van de fiscus heeft gehouden.

Belanghebbende, de heer X, is tot 2005 gehuwd met mevrouw E. Het huwelijk eindigde in dat jaar door echtscheiding. Volgens de inspecteur waren X en D in 1994 houders van bankrekeningen bij KB Lux met een totaal saldo van f 133.861 (€ 60.743). In geschil zijn de IB-aanslagen over 2010 en 2011, alsmede de 300% vegrijpboetes (€ 12.744 en € 12.480). Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant staan de betreffende informatiebeschikkingen onherroepelijk vast, zodat de bewijslast moet worden omgekeerd. X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het gelet op de hoogte van het verzwegen vermogen aannemelijk is dat X dit niet geheel heeft opgemaakt en dat hij ook tot en met 2011 in ieder geval een deel van dit tegoed buiten het zicht van de fiscus heeft gehouden. Het aanhouden van tegoeden in het buitenland met het doel deze buiten het zicht van de fiscus te houden, is een strafverzwarende omstandigheid zodat in beginsel boetes van 300% gerechtvaardigd zijn. Gelet echter op de omkering van het bewijs kan voor beide jaren worden volstaan met boetes van € 5.000. Het beroep van X is deels gegrond.

Lees ook het thema De inkeerregeling en Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 26

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 5 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen