X is eigenaar van twee windturbines, elk met een masthoogte van 70 meter en een capaciteit van 1800 kW per jaar. In geschil is de WOZ-waarde 2010 van de turbines. X bepleit een verlaging van de door de rechtbank bepaalde waarde van € 1.992.708 naar € 1.688.000.
Hof Arnhem-Leeuwarden overweegt dat bij het bepalen van de WOZ-waarde van windturbines de landelijke taxatiewijzer slechts een hulpmiddel is. Volgens het hof maakt X aannemelijk dat de waarde van de windmolens aanzienlijk lager ligt dan de met de taxatiewijzer berekende waarde. Nu het type windmolen niet meer wordt gemaakt, acht het hof het juist om voor de vervangingswaarde uit te gaan van de aanschafprijs uit 2006 gecorrigeerd met een bouwkostenindex. Vanwege de extra elektronica bedraagt de werktuigenvrijstelling 35% in plaats van 30%. Nu de gemeente bij de berekening van de restwaarde van 10% ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de kosten van verwijdering van de turbines, besluit het hof ook op dit punt de berekening van X (5%) te volgen. Het hoger beroep van X is gegrond, de WOZ-waarde daalt naar € 1.581.342 per stuk.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 28 oktober