Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de belanghebbenden geen recht hebben op teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. De rechtbank overweegt daarbij dat vaststaat dat belanghebbenden transparant zijn en verwijst vervolgens naar recente jurisprudentie.
Belanghebbenden zijn circa 170 Spezial Sondervermögen met één deelnemer. Zij hebben allen verzocht om teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. Deze verzoeken zijn door de inspecteur afgewezen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de belanghebbenden geen recht hebben op teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. De rechtbank overweegt daarbij dat vaststaat dat belanghebbenden transparant zijn en verwijst vervolgens naar haar uitspraak van 24 augustus 2020 (nr. 16/1661, V-N 2020/60.2.4) en het arrest van de Hoge Raad van 18 december 2020 (nr. 19/003341, V-N 2021/2.14). Een Spezial Sondervermögen met maar één deelnemer, dat transparant is voor de VPB (Hoge Raad 24 januari 2020, nr. 19/03341, V-N 2020/7.12), kan niet worden aangemerkt als opbrengstgerechtigde voor de dividendbelasting. Ook overweegt de rechtbank nog dat het E-arrest van het HvJ EU van 29 april 2021 (nr. C-480/19, V-N 2021/23.9) geen aanleiding vormt om anders te oordelen. De rechtbank wijst het verzoek om teruggaaf van dividendbelasting af en verklaart de desbetreffende 653 beroepen ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de dividendbelasting 1965 10
Wet op de dividendbelasting 1965 1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Dividendbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 23 juni