Advocaat-Generaal IJzerman concludeert dat X door de ambtshalve verleende teruggaaf de materieel verschuldigde belasting heeft betaald. Dat de btw in strijd met het beleid van de Belastingdienst is terugbetaald, maakt volgens de A-G niet dat de teruggaaf ‘ten onrechte’ is verleend.
X is dirigent. In 2013 dient X, naar aanleiding van de uitspraak van Rechtbank Haarlem van 5 oktober 2011, nr. 10/5839 (V-N 2012/8.3.4), btw-suppletieaangiften in over de jaren 2008 - 2012. De rechtbank oordeelt in die uitspraak dat het verlaagde btw-tarief ook van toepassing is op repetities, als deze nauw samenhangen met uitvoeringen. De teruggaven worden ambtshalve verleend. Nadat de inspecteur een boekenonderzoek heeft ingesteld, legt hij btw-naheffingsaanslagen op aan X over de jaren 2008 - 2011, omdat de teruggaaf is verleend in strijd met het beleid van de Belastingdienst. De inspecteur stelt daarbij dat aan de uitspraak van Rechtbank Haarlem geen terugwerkende kracht mag worden verleend. De staatssecretaris gaat in cassatie.
Advocaat-Generaal IJzerman concludeert dat X door de ambtshalve verleende teruggaaf de materieel verschuldigde belasting heeft betaald. Dat de btw in strijd met het beleid van de Belastingdienst is terugbetaald, maakt volgens de A-G niet dat de teruggaaf ‘ten onrechte’ is verleend in de zin van art. 20 lid 1 AWR. Ook is hierbij van belang dat X, op grond van art. 10a AWR juncto art. 15 Uitv. besl. OB 1968, wettelijk verplicht is om een suppletieaangifte in te dienen. De A-G adviseert de Hoge Raad om het beroep in cassatie van de staatssecretaris ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 21a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 20
Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 15
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 29 oktober
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel