Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar na ontvangst van de ingebrekestelling geen hoorzitting meer hoefde te houden.

Belanghebbende, X, komt in bezwaar en beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar na ontvangst van de ingebrekestelling geen hoorzitting meer hoefde te houden. Op 9 december 2016 heeft de heffingsambtenaar een concept uitspraak op bezwaar verstuurd aan X met de vraag aan de gemachtigde om binnen 14 dagen een telefoonnummer door te geven voor een hoorzitting. De gemachtigde heeft inhoudelijk gereageerd op de concept uitspraak, maar met geen woord gerept over de hoorzitting. Vervolgens heeft de gemachtigde de heffingsambtenaar in gebreke gesteld. Onder deze omstandigheden hoefde de heffingsambtenaar X niet meer te horen. Het hof oordeelt vervolgens dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. X heeft gesteld dat sprake is van laden en lossen, maar heeft deze stelling onvoldoende concreet gemaakt. Het gelijk is inhoudelijk aan de heffingsambtenaar. Het hoger beroep van X is wel gegrond omdat de rechtbank het bezwaar van X ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Omdat niet kan worden vastgesteld dat de naheffingsaanslag aan X is uitgereikt, is de bezwaartermijn namelijk (pas) gaan lopen na ontvangst van de duplicaat naheffingsaanslag door X. Het bezwaar is tijdig ingediend.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Algemene wet bestuursrecht 7:3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 14 december

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen