Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de behandeling van het bezwaar en beroep 29 maanden te lang heeft geduurd. Daarbij wordt geen rekening gehouden met het feit dat X ermee heeft ingestemd om de beslistermijn te verlengen. X heeft recht op een ISV van € 2500 en een PKV van € 4005.
X werkt in 2011, als Rijnvarende, voor een Luxemburgse en een Zwitserse vennootschap. In 2006 heeft Luxemburg een E106-verklaring afgegeven. X verzoekt in zijn IB-aangifte 2011 om vrijstelling te verlenen van de PVV-heffing. De inspecteur is echter van mening dat X alleen recht heeft op de vrijstelling voor de werkzaamheden voor de Zwitserse werkgever. X is het hier niet mee eens. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. In 2020 wordt X er van op de hoogte gebracht dat zijn socialeverzekeringspositie over de periode 1 januari 2011 - 6 september 2011 is geregulariseerd. Daarbij is afgesproken dat voor die periode niet de Nederlandse maar de Luxemburgse socialezekerheidswetgeving wordt toegepast. De inspecteur verleent daarop een PVV-vrijstelling voor het gehele jaar 2011. In hoger beroep is alleen nog in geschil of X recht heeft op vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn en de hoogte van de proceskostenvergoeding.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de behandeling van het bezwaar en beroep 29 maanden te lang heeft geduurd. Daarbij wordt er, gezien de recente jurisprudentie van de Hoge Raad, onder andere van 9 oktober 2020, nr. 20/00143, V-N 2020/52.27, geen rekening mee gehouden dat X heeft ingestemd met het voorstel van de inspecteur om de beslistermijn op het bezwaar te verlengen. X heeft recht op een ISV van € 2500. Daarnaast heeft X ook recht op een PKV van € 4005.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet inzake rijksbelastingen 11
Wet financiering sociale verzekeringen 57
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Internationale sociale zekerheid
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 11 januari