Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar kennelijk beoogd heeft om een voorlopige aanslag op te leggen, gevolgd door een definitieve aanslag, en dat de voorlopige aanslag niet geconverteerd is in een definitieve aanslag. De onderhavige aanslag kan dan ook niet worden aangemerkt als een (verboden) tweede primitieve aanslag.

Belanghebbende, X bv, vraagt bij de gemeente Tilburg een omgevingsvergunning aan voor de bouw van een distributiecentrum. De heffingsambtenaar legt aan X bv eerst een voorlopige aanslag en een maand later de thans in geschil zijnde aanslag leges op van € 552.920.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar kennelijk beoogd heeft om een voorlopige aanslag op te leggen, gevolgd door een definitieve aanslag, en dat de voorlopige aanslag niet geconverteerd is in een definitieve aanslag. De onderhavige aanslag kan dan ook niet worden aangemerkt als een (verboden) tweede primitieve aanslag. Met betrekking tot het normblad NEN 2580 (dat in dit kader wordt gebruikt om de oppervlakte van het bouwwerk te bepalen) oordeelt het hof dat art. 139 van de Gemeentewet niet verplicht tot publicatie. Daarvoor is deze bepaling van het normblad van te ondergeschikt belang bij het bepalen van de heffingsmaatstaf voor de leges. Ten slotte oordeelt het Hof dat de keuze van de gemeente voor hantering van een forfaitair bedrag aan bouwkosten voor distributiecentra van € 417 per m² binnen de keuzevrijheid van de gemeente bij het vaststellen van de heffingsmaatstaven van gemeentelijke heffingen blijft. Het hof verklaart het hoger beroep van X bv ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 139

Gemeentewet 229

Algemene wet inzake rijksbelastingen 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 7 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen