Minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft de nadere memorie van antwoord bij het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen naar de Eerste Kamer gestuurd.

De Eerste Kamerfractie van de VVD, CDA, ChristenUnie, PvdA/GroenLinks, PvdD, SGP, SP, PVV, OSF, 50PLUS, Fractie Nanninga, Fractie-Frentrop en Fractie-Otten hebben de vragen gesteld. Een deel van de vragen zijn vervolgvragen naar aanleiding van de eerdere beantwoording. Het wetsvoorstel bevat een nieuw fiscaal kader. Onderdeel hiervan is om te komen met een meer arbeidsvorm neutraal pensioenkader. Dit houdt onder andere in dat de fiscaalgefaciliteerde premieruimte fors wordt verruimd. Nu is die ruimte gemaximeerd op 13,3% van de premiegrondslag (inkomen minus AOW-drempelbedrag). Voorgesteld wordt dit te verhogen naar 30%, waarmee de ruimte in de derde pijler gelijk wordt aan de ruimte die werknemers hebben in de tweede pijler. Deze maatregel draagt er onder meer aan bij dat pensioensparen door zelfstandigen beter wordt gefaciliteerd. Opgemerkt wordt dat van degenen die pensioensparen in de derde pijler (waaronder zelfstandigen), circa een derde nagenoeg de maximale fiscaal ruimte benut (90 tot 100% van de berekende maximale jaarruimte).

De Eerste Kamercommissie streeft ernaar de behandeling van het wetsvoorstel af te ronden voor de Kamerwisseling en ter vergadering van 9 mei 2023 gelegenheid te bieden om eventueel inbreng te leveren voor verslag. De plenaire behandeling vindt plaats op 22 en 23 mei 2023, waarbij een eventuele derde termijn en stemmingen plaats kunnen vinden op 30 mei 2023.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 28 april

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen