Rechtbank Gelderland oordeelt dat X niet de vereiste aangiften heeft gedaan omdat hij de aan zijn afpersers betaalde contante bedragen in zijn administratie verdoezelt en daardoor een veel lager belastbaar inkomen aangeeft.

Belanghebbende, X, werkt vanaf 2008 voor een bedrijf en vanaf 2013 factureert hij maandelijks een vast bedrag van €6.000 aan hetzelfde bedrijf. Per 1 januari 2014 schrijft hij zich als eenmanszaak in bij de KvK. De inspecteur legt navorderingsaanslagen voor de jaren 2013 tot en met 2016 op omdat X niet de vereiste aangiften heeft gedaan. In geschil is onder andere hoe de inkomsten die X heeft verkregen voor zijn werkzaamheden bij dit bedrijf gekwalificeerd moeten worden.

De rechtbank oordeelt dat de werkzaamheden van X voor het bedrijf niet kwalificeren als wint uit onderneming. Zijn inkomen komt hoofdzakelijk van het bedrijf en het risico dat X niet betaald krijgt is minimaal. Voor de aanslagen 2014 tot en met 2016 is de bewijslast omgekeerd en verzwaard omdat hij de aan zijn afpersers betaalde contante bedragen in zijn administratie verdoezelt en daardoor een veel lager belastbaar inkomen aangeeft. De beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 37

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Burgerlijk Wetboek Boek 7 610

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 28 april

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen